Door Marcel Sturkenboom op 1 februari 2015

Tem de roofdieren van de financiële sector

Nederland kan van Duitsland leren hoe misbruik door investeringsmaatschappijen ten koste van bedrijven en de fiscus kan worden tegengegaan.

De Partij van de Arbeid wil de excessen van private equity, het opkopen van aandelen van bedrijven door investeringsmaatschappijen om op korte termijn maximaal rendement te halen, uitbannen. Natuurlijk, durfkapitaal blijft nodig. Maar we hebben te veel voorbeelden gezien die met echte investeringen en innovatie weinig te maken hebben en des te meer met financiële en fiscale acrobatiek.

Zelfs een oer-Hollands bedrijf als de HEMA zucht onder de schuldenlast die het kreeg opgedrongen. Met de belangen van medewerkers, de belastingbetaler en de consument wordt door deze partijen op geen enkele wijze rekening gehouden. Betere bescherming van het eigen vermogen van ondernemingen, aanscherping van bestuurdersaansprakelijkheid en fiscale maatregelen moeten dit gedrag onmogelijk maken.

Private equity is nuttig als het echt gaat om durfkapitaal gericht op groei op lange termijn. Start-ups zijn er vaak afhankelijk van om hun onderneming uit te bouwen. Ook voor het MKB of voor familiebedrijven zonder opvolger kan private equity een uitkomst zijn die banken niet kunnen bieden.

Helaas zijn er ook excessen. Die doen zich typisch voor bij gevestigde bedrijven die betrekkelijk veel eigen vermogen hebben, maar die toch goedkoop zijn omdat hun winstgevendheid onder druk staat. Met name Angelsaksische private-equitypartijen zijn bedreven in het leegtrekken van deze bedrijven met ingenieuze juridische en fiscale constructies. De voorbeelden van de afgelopen jaren zijn bekend: NRC Media, kinderopvanginstelling Estro, HEMA, Van Gansewinkel. Deze week bleek dat ook V&D vecht voor zijn voortbestaan.

Hoezo ‘durfkapitaal’? In 2007 is een begin gemaakt met het bestrijden van de kwalijke kant van private equity. Een welkome stap, maar deze blijkt helaas nog niet voldoende.

Hoewel iedere casus verschilt, valt er een lijn te ontdekken in de handelwijze van deze roofdieren van de financiële sector. Het overgenomen bedrijf wordt volgeladen met schulden, waardoor het bedrijf effectief zijn eigen overname betaalt. De investeerder kan volstaan met een zeer kleine eigen bijdrage in het eigen vermogen van de overgenomen partij. Hoezo ‘durfkapitaal’? Bijkomend en soms doorslaggevend voordeel voor de ‘investeerder’ is dat de belastingbetaler meebetaalt. De rente is immers aftrekbaar, eigen vermogen is dat niet. Ondanks een onderliggende winst van 119 miljoen euro in 2013 rapporteerde HEMA bijvoorbeeld in dat jaar een verlies aan de fiscus.

Het leegzuigen van de bedrijfsreserves kan verschillende vormen aannemen. Na de overname van NRC Media door Egeria en Derk Sauer kenden de nieuwe aandeelhouders zichzelf een superdividend van 12,5 miljoen euro toe, een veelvoud van de winst over dat jaar. Dividend uit geleend geld dus. Een andere truc is het verpatsen van vastgoed en de opbrengst uitkeren aan aandeelhouders. Dat ditzelfde vastgoed duur moet worden terug gehuurd, is dan van latere zorg.

Deze week werd bekend dat V&D de overeengekomen huur van zijn winkelpanden niet meer wil betalen. Dezelfde panden waren verkocht toen V&D nog eigendom van KKR, een Amerikaans private-equityfonds dat goed verdiende aan de transactie.

In 2007 is een begin gemaakt met het bestrijden van de kwalijke kant van private equity. Een welkome stap, maar deze blijkt helaas nog niet voldoende. De fiscale maatregelen die destijds zijn genomen, hebben niet kunnen voorkomen dat HEMA, NRC Media en Van Gansewinkel blijven kampen met grote schulden. Daarom moet het kunstmatig volpompen met schulden effectiever worden ontmoedigd. Het uitkeren van superdividenden is onverantwoord en vermindert de investeringskracht en het vermogen om moeilijke tijden te doorstaan. Hetzelfde geldt voor het aantrekken van leningen om dividenden te financieren. Deze vormen van financiële kamikaze moeten wettelijk aan banden worden gelegd.

Duitsland als voorbeeld: Bestuurders en aandeelhouders moeten harder worden aangepakt.

De Duitse wetgeving kan hierbij als voorbeeld dienen. In Duitsland geldt een strenge earnings stripping-bepaling. De aftrek van de rente is beperkt tot 30 procent van de ‘ebitda’, de winst voordat deze is gecorrigeerd voor belastingen, renteaftrek en afschrijvingen. Hierdoor is het onaantrekkelijk om een bedrijf vol te pompen met schulden om de belasting te ontwijken. Door aan te sluiten bij de ebitda kan bovendien worden voorkomen dat de winst wordt gemanipuleerd door bijvoorbeeld afschrijvingen uit te stellen of naar voren te halen. Daarnaast heeft deze Duitse regeling als voordeel dat zij zeer eenvoudig is.

Ten tweede zijn in Duitsland bepaalde dividenduitkeringen aan private-equity-aandeelhouders gelimiteerd in de eerste twee jaren na aankoop van een vennootschap. Ook mogen door private equity aangekochte bedrijven maar beperkt eigen aandelen inkopen. Dat ontmoedigt op korte termijn gerichte roofkapitalisten.

Daarnaast moeten bestuurders en aandeelhouders harder worden aangepakt. Een bestuurder die een overdadig superdividend uitkeert, is een slecht bestuurder. In de praktijk worden dit soort bestuurders vrijwel nooit aansprakelijk gesteld. Dat moet anders. Bestuurders moeten het voelen als zij een onderneming op onverantwoorde wijze in de problemen brengen.

De PvdA wil op deze manier het kaf van het koren scheiden. Zodat de goeden niet hebben te lijden onder de kwaden. Voor het mkb blijft private equity van groot belang voor de financiering van groei. Maar we kunnen niet accepteren dat bedrijven te gronde worden gericht door de winsthonger van een enkeling.

Marcel Sturkenboom

Marcel Sturkenboom

Wie ben je ? Marcel, 67 jaar, sinds 2014 raadslid en vanaf 2018 fractievoorzitter. Ik ben een sociale hardloper met doorzettingsvermogen, heb een zakelijke inslag en ben een trotse opa. In de politiek door ? Ik heb mijn inspiratie en maatschappelijke betrokkenheid meegekregen van mijn vader die vakbondsbestuurder was. Net zo goed als ik de

Meer over Marcel Sturkenboom