Door op 6 februari 2015

Leegstand kantoren in Eemland

Al vele jaren kent Nederland een grote kantorenleegstand. Ook de provincie Utrecht heeft veel leegstaande kantoorpanden. Wat cijfers op een rij: van de ongeveer zes miljoen vierkante meter kantoorruimte in onze provincie staat ruim een miljoen m2 leeg. Je zou kunnen zeggen dat van elke 6 kantoren, er dus eentje leeg staat.  En dan ligt er bij gemeenten voor nog eens één miljoen m2 aan bouwplannen op de plank  klaar. Cijfers vanaf 2003 laten  zien dat de leegstand gedurende die  jaren bijna is verdubbeld; van 600.000 m2 in 2003  tot  ruim 1,1 miljoen vierkante meter in 2013. In de regio Eemland was dat respectievelijk van 150.000 m2 in 2003 tot  252.000 m2 in 2013.

 

De leegstand is vanaf 2008 voor een deel verergerd door de bankencrisis, maar de belangrijkste reden voor de leegstand zijn de structurele veranderingen in de manier van werken van bedrijven en hun medewerkers. Werknemers werken vaker op flexibele tijden en flexibele plekken, werken vaker thuis en daarnaast is het aantal zzp’ers enorm in aantal toegenomen. Daarmee is een groot en blijvend overschot aan bestaande meters kantoorruimte ontstaan.

Gemeenten zijn zich bewust van de nadelige gevolgen van deze enorme en structurele leegstand, maar zijn in de afgelopen jaren niet in staat gebleken om een effectieve aanpak te realiseren zonder dat te doen in concurrentie met andere gemeenten. Zo is het  natuurlijk heel aardig voor Leusden dat Achmea vanuit Amersfoort verhuisd is naar Leusden, maar per saldo lost het in de regio niks op.

De provincie grijpt in

Daarom heeft de provincie ervoor gekozen om actief in te zetten op het oplossen van het probleem. De kern van deze ‘provinciale aanpak kantorenleegstand’ is dat in overleg met alle betrokkenen gepoogd wordt afspraken te maken om te komen tot reductie van het aantal kantoren, waarbij er veel ruimte is voor gemeenten om te komen met creatieve, regionale afspraken. Levert dat onvoldoende resultaat op, dan zal de provincie uiteindelijk eenzijdig, dwingend maatregelen opleggen.

Als eerste stap in het proces wordt in 2015 een zogenaamde thematische structuurvisie opgesteld waarmee in samenspraak met alle betrokkenen alle mogelijke oplossingen in kaart worden gebracht. In de loop van 2015 worden dan vervolgstappen gezet, zullen plannen worden geschrapt en sommige bestaande locaties een andere bestemming krijgen. Deze provinciale aanpak van de leegstand is vooralsnog uniek in Nederland en kreeg in Provinciale Staten steun van de gehele Statenvergadering. Van belang lijkt het dat nu eerst  gemeenten hun verantwoordelijkheid nemen en zelf met structureel houdbare oplossingen komen. Bijvoorbeeld door op creatieve wijze leegstaande kantoren om te bouwen, ‘om te katten’, tot woningen. Daarmee zouden twee doelen tegelijkertijd gediend worden: het bestrijden van het tekort aan woningen en het overschot aan kantoren. En dergelijke aanpak is beter dan afwachten tot de provincie ingrijpt en zou daarom van de gemeenten ook alle steun moeten krijgen.